Oorsprong
“De proportie is het,
alfa en omega van elke behandeling van de bouworden, Deze..”Con Bella
Proportione” moet op het hele gebouw worden voltrokken:” Aldus Palladio.
Palladio; Geïnspireerd door zijn leermeesters, die hem de
kennis bijbrachten, zou de Proportieleer tot zijn dood ten volle blijven
ontwikkelen. Uit Palladio’s opvatting over de Proportieleer kunnen we opvatten
dat deze betrekking heeft op de wiskundige wetten. Het was tevens de opvatting
van de Renaissance architecten dat de architectuur een wetenschap was, en dat
elk onderdeel van zowel interieur als exterieur geïntegreerd moest worden in
een, op zichzelf staand systeem van mathematische verhoudingen.
Ruimteverdeling op basis van grootte:
wat dezelfde kleur is, heeft dezelfde afmeting
Gebonden aan de regels en wetten van hogere orde, mag de Proportieleer niet worden vertaald naar een eigen systeem. De Romeinse architect Vitruvius stelde een eis, die algemeen zou worden aanvaard, en die deze wet omvat: “Door de maatverhoudingen te laten voortkomen uit Gods wil en deze, de vorm van het menselijk lichaam, zoals door God geschapen verbeeld, omvatten en tonen dit de verhoudingen van de kosmische orde zoals deze in de architectuur moet zijn." De wiskundige verhoudingen die hieraan ten grondslag liggen zouden eind Vijftiende Eeuw weer een belangrijke rol spelen. Deze wiskundige verhoudingen zijn doorslaggevend voor de harmonie in de macro- en microkosmos, ooit inzichtelijke gemaakt door Pythagoras en Plato.
We mogen ervan uitgaan dat Palladio kennis had van het
Giogische Platonische programma, en dus de leer van Giorgi (27 modules), en
ontleende dit aan de breedte van het middelgedeelte van de door hem ontworpen
gevel. Dit programma had betrekking tot
het getal 3. Volgens de leer van Pythagoras het eerste bestaande getal; Het
heeft namelijk een begin, midden en eind. Verder staat het getal symbool voor
de drie-eenheid en is het volgens Giorgi “Het
volmaakte getal.” De 27 modules
volgen ui het feit dat het kwadraat het
de derde macht de harmonie van het Universum in zich hebben; (9:27
Breedte:Lengte). Hierdoor beredeneerde Giorgi niet verder dan het getal 27.
Verder kunnen we opmaken uit zijn opvattingen dat het niet zozeer om de
getallen draait, maar juist om de verhoudingen onderling. Het geheel van de gebouwen van de Renaissance
architectuur is opgebouw uit de verhoudingen (proporties).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten