donderdag 3 januari 2013

Proportieleer Andrea Palladio



Oorsprong
“De proportie is het, alfa en omega van elke behandeling van de bouworden, Deze..”Con Bella Proportione” moet op het hele gebouw worden voltrokken:” Aldus Palladio.
Palladio; Geïnspireerd door zijn leermeesters, die hem de kennis bijbrachten, zou de Proportieleer tot zijn dood ten volle blijven ontwikkelen. Uit Palladio’s opvatting over de Proportieleer kunnen we opvatten dat deze betrekking heeft op de wiskundige wetten. Het was tevens de opvatting van de Renaissance architecten dat de architectuur een wetenschap was, en dat elk onderdeel van zowel interieur als exterieur geïntegreerd moest worden in een, op zichzelf staand systeem van mathematische verhoudingen.


Ruimteverdeling op basis van grootte:   
wat dezelfde kleur is, heeft dezelfde afmeting





Gebonden aan de regels en wetten van hogere orde, mag de Proportieleer niet worden vertaald naar een eigen systeem. De Romeinse architect Vitruvius stelde een eis, die algemeen zou worden aanvaard, en die deze wet omvat: “Door de maatverhoudingen te laten voortkomen uit Gods wil en deze, de vorm van het menselijk lichaam, zoals door God geschapen verbeeld, omvatten en tonen dit de verhoudingen van de kosmische orde zoals deze in de architectuur moet zijn."  De wiskundige verhoudingen die hieraan ten grondslag liggen zouden eind Vijftiende Eeuw weer een belangrijke rol spelen. Deze wiskundige verhoudingen zijn doorslaggevend voor de harmonie in de macro- en microkosmos, ooit inzichtelijke gemaakt door Pythagoras en Plato.
We mogen ervan uitgaan dat Palladio kennis had van het Giogische Platonische programma, en dus de leer van Giorgi (27 modules), en ontleende dit aan de breedte van het middelgedeelte van de door hem ontworpen gevel.  Dit programma had betrekking tot het getal 3. Volgens de leer van Pythagoras het eerste bestaande getal; Het heeft namelijk een begin, midden en eind. Verder staat het getal symbool voor de drie-eenheid en is het volgens Giorgi “Het volmaakte getal.”  De 27 modules volgen ui het feit dat het kwadraat het  de derde macht de harmonie van het Universum in zich hebben; (9:27 Breedte:Lengte). Hierdoor beredeneerde Giorgi niet verder dan het getal 27. Verder kunnen we opmaken uit zijn opvattingen dat het niet zozeer om de getallen draait, maar juist om de verhoudingen onderling.  Het geheel van de gebouwen van de Renaissance architectuur is opgebouw uit de verhoudingen (proporties). 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten